MN 73: Mahāvacchagotta Sutta

De Lange Sutta over Vacchagotta

<193> 1-2. Aldus heb ik gehoord. De Gezegende verbleef eens in het Eekhoorntjespark, in het Bamboebos nabij Rājagaha. En de rondzwervende asceet Vacchagotta kwam toen naar de Gezegende. Nadat Vacchagotta bij de Gezegende aangekomen was, wisselden zij vriendelijke beleefdheden uit, waarna Vacchagotta terzijde van de Gezegende ging zitten. Zo gezeten zei Vacchagotta het volgende:

3. “Eerwaarde Gotama, sinds lange tijd heb ik regelmatig gesprekken met U gevoerd. Het zou goed zijn indien de Eerwaarde Gotama mij in het kort zou onderwijzen over het heilzame en het onheilzame.”

“Ik kan je in het kort onderwijzen over het heilzame en het onheilzame, Vacchagotta, en ik kan je er ook een lange gedetailleerde uitleg over geven. Maar ik zal het kort houden. Luister en let goed op: ik ga spreken.”

“Goed, Eerwaarde”, stemde Vacchagotta toe. De Gezegende zei dit: <194>

Heilzaam en onheilzaam

4. “Begeerte, Vacchagotta, is onheilzaam; afwezigheid van begeerte is heilzaam. Boosheid is onheilzaam; afwezigheid van boosheid is heilzaam. Onwetendheid is onheilzaam; afwezigheid van onwetendheid is heilzaam. Op deze manier, Vacchagotta, zijn er drie onheilzame dingen en drie heilzame dingen.

5. “Het doden van levende wezens, Vacchagotta, is onheilzaam; onthouding van het doden van levende wezens is heilzaam. Stelen is onheilzaam; onthouding van stelen is heilzaam. Fout seksueel gedrag is onheilzaam; onthouding van fout seksueel gedrag is heilzaam. Liegen is onheilzaam; onthouding van liegen is heilzaam. Kwaadspreken is onheilzaam; onthouding van kwaadspreken is heilzaam. Wrede woorden spreken is onheilzaam; onthouding van wrede woorden spreken is heilzaam. Onzin praten is onheilzaam; onthouding van onzin praten is heilzaam. Begeerte is onheilzaam; afwezigheid van begeerte is heilzaam. Kwaadwilligheid is onheilzaam; afwezigheid van kwaadwilligheid is heilzaam. Foute visies zijn onheilzaam; correcte visies zijn heilzaam. Op deze manier, Vacchagotta, zijn er tien onheilzame dingen en tien heilzame dingen.

Bevrijde monniken, nonnen en lekenvolgelingen

6. “Wanneer een monnik verlangen vernietigd heeft, het bij de wortel heeft afgekapt en het tot een opgegraven boomstronk gemaakt heeft, wanneer hij  een totaal einde aan verlangen gemaakt heeft zodat het in de toekomst niet meer weder tot ontstaan kan komen, dan is die monnik een Arahant, zonder corrupties, geperfectioneerd, met zijn taken volbracht, zijn last neergelegd en geluk behaald. Hij heeft de ketens van het bestaan verbroken, en is bevrijd door compleet inzicht.” <195>

7. “Is er buiten de Eerwaarde Gotama ook nog een monnik die Uw discipel is en in wie de corrupties vernietigd zijn, die zonder corrupties leeft, met de ‘Vrijheid van het Hart’ en de ‘Bevrijding door Wijsheid’ behaald, doordat hij de Dhamma zelf gezien, volledig begrepen en verwezenlijkt heeft?”

“Vacchagotta, er zijn niet slechts honderd of tweehonderd of driehonderd of vierhonderd of vijhonderd, maar veel meer monniken die mijn discipel zijn en in wie de corrupties vernietigd zijn, die zonder corrupties leven, met de ‘Vrijheid van het Hart’ en de ‘Bevrijding door Wijsheid’ behaald, doordat zij de Dhamma zelf gezien, volledig begrepen en verwezenlijkt hebben.”

8. “Is er, buiten de Eerwaarde Gotama en de bhikkhus, ook nog een non die Uw discipel is en in wie de corrupties vernietigd zijn, die zonder corrupties leeft, met de ‘Vrijheid van het Hart’ en de ‘Bevrijding door Wijsheid’ behaald, doordat zij de Dhamma zelf gezien, volledig begrepen en verwezenlijkt heeft?”

“Vacchagotta, er zijn niet slechts honderd of tweehonderd of driehonderd of vierhonderd of vijhonderd, maar veel nonnen die mijn discipel zijn en in wie de corrupties vernietigd zijn, die zonder corrupties leven, met de ‘Vrijheid van het Hart’ en de ‘Bevrijding door Wijsheid’ behaald, doordat zij de Dhamma zelf gezien, volledig begrepen en verwezenlijkt hebben.”

9+11. “Is er, buiten de Eerwaarde Gotama, de monniken en de nonnen, ook nog een mannelijke of vrouwelijke lekenvolgeling en discipel van U die, gekleed in het wit en levend volgens het celibaat, de vijf lagere ketens verbroken heeft en die [na de dood] spontaan wedergeboren zal worden [in de hemel van het Zuiver Verblijf], waar hij of zij het Nibbāna zal behalen zonder nog uit die wereld terug te keren?”

“Vacchagotta, er zijn niet slechts honderd of tweehonderd of driehonderd of vierhonderd of vijhonderd, maar veel meer lekenvolgelingen die mijn discipel zijn en, gekleed in het wit en levend volgens het celibaat, de vijf lagere ketens verbroken hebben en die [na de dood] spontaan wedergeboren zullen worden [in de hemels van het Zuivere Verblijf], waar zij het Nibbāna zullen behalen zonder nog uit die wereld terug te keren.”

10+12. “Is er, buiten de Eerwaarde Gotama, de monniken, de nonnen en de lekenvolgelingen die in het wit gekleed volgens het celibaat leven, ook nog een mannelijke of vrouwelijke lekenvolgeling en leerling van U die, gekleed in het wit en genietend van sensueel genot, Uw leer in de praktijk brengt en Uw advies opvolgt en zo een einde aan onzekerheid gemaakt heeft, zonder twijfel is en zelfvertrouwen verkregen heeft in de leer van de leraar, zonder hierin nog van anderen afhankelijk te zijn?”

“Vacchagotta, er zijn niet slechts honderd of tweehonderd of driehonderd of vierhonderd of vijhonderd, maar veel meer lekenvolgelingen van mij die, gekleed in het wit en genietend van sensueel genot, mijn leer in de praktijk brengen en mijn advies opvolgen en zo een einde aan twijfel gemaakt hebben, zonder onzekerheid zijn en zelfvertrouwen verkregen hebben in de leer van de leraar, zonder hierin nog van anderen afhankelijk te zijn.” <196>

Vacchagotta’s waardering van de Dhamma

13. “Indien, Eerwaarde Gotama, U de enige zou zijn die de Dhamma verwezenlijkt had, en er geen monniken zouden zijn die haar verwezenlijkt hadden, dan zou deze religieuze levenswijze daardoor op dat gebied onvolmaakt zijn. Maar omdat zowel U als die vele monniken de Dhamma verwezenlijkt hebben, is deze religieuze levenswijze op dat gebied volmaakt.

Indien, Eerwaarde Gotama, alleen U en die vele monniken de Dhamma verwezenlijkt zouden hebben, en er geen nonnen, ... geen mannelijke en vrouwelijke lekenvolgelingen die in het wit gekleed volgens het celibaat leven, en geen mannelijke en vrouwelijke lekenvolgelingen die in het wit gekleed genieten van sensueel genot ... de Dhamma verwezenlijkt zouden hebben, dan zou deze religieuze levenswijze daardoor op dat gebied onvolmaakt zijn. Maar omdat zowel U en die vele monniken, en ook die vele nonnen en die vele mannelijke en vrouwelijke lekenvolgelingen de Dhamma verwezenlijkt hebben, is deze religieuze levenswijze op dat gebied volmaakt. <197>

Gelijkenis van de rivier de Ganges

14. “Eerwaarde Gotama, het is te vergelijken met de rivier de Ganges, die naar de zee helt en naar de zee neigt, en naar de zee stroomt en de zee bereikt. Op dezelfde manier geldt voor de gemeenschap van huishouders en thuislozen van de Eerwaarde Gotama dat zij naar naar het Nibbāna helt, naar het Nibbāna neigt, naar het Nibbāna stroomt en het Nibbāna bereikt.

Vacchagotta wil monnik worden

15. “Geweldig, Eerwaarde Gotama! Prachtig, Eerwaarde Gotama! Het is net alsof U dat wat gevallen was weer overeind zet, alsof U dat wat verborgen was weer openbaart, alsof U de weg wijst aan iemand die verdwaald was, alsof U een licht schijnt in de duisternis, zodat zij die ogen hebben dingen kunnen zien. Zo heeft U op verschillende manieren de Dhamma uitgelegd. En ik neem toevlucht tot de Eerwaarde Gotama en de Dhamma en de Sangha. Ik zou graag het weggaan in thuisloosheid willen ontvangen van de Eerwaarde Gotama, en ook de hogere inwijding.”

16. “Vacchagotta, indien een vroeger lid van een andere religieuze groepering het weggaan in thuisloosheid en de hogere inwijding in deze Dhamma en Discipline wil ontvangen, moet hij eerst vier maanden op proef. Als hij na deze vier maanden de steun van de monniken geniet, geven ze hem het weggaan in thuisloosheid en de hogere inwijding tot het monnikschap. Maar ik maak hier ook individuele uitzonderingen op.”

“Indien, Geachte Eerwaarde, vroegere leden van andere religieuze groeperingen die het weggaan in thuisloosheid en de hogere inwijding in deze Dhamma en Discipline wensen, vier maanden op proef moeten en daarna, indien ze de steun van de monniken genieten, het weggaan in thuisloosheid en de hogere inwijding tot het monnikschap ontvangen, dan zal ik vier jaar op proef gaan. Als ik na deze vier jaar de steun van de monniken geniet, kunnen ze me het weggaan in thuisloosheid en de hogere inwijding tot het monnikschap geven.”

Vacchagotta is monnik en vraagt om verdere instructies

17. En toen ontving de rondzwervende asceet Vacchagotta het weggaan in thuisloosheid van de Gezegende, en hij ontving de hogere inwijding. Niet lang daarna, twee weken na zijn hogere inwijding, bezocht de Eerwaarde Vacchagotta de Gezegende. Nadat Vacchagotta bij de Gezegende aangekomen was en hem eerbied getoond had, ging hij terzijde van de Gezegende zitten. Zo gezeten zei Vacchagotta het volgende:

“Geachte Eerwaarde, wat ook maar bereikt kan worden door de kennis en het weten van een leerling, dat is door mij bereikt. Laat de Gezegende mij de Dhamma verder onderwijzen.”

Kalmte, inzicht en bovennatuurlijke krachten

18. “In dat geval, Vacchagotta, moet je twee dingen verder ontwikkelen: innerlijke rust en helder inzicht. Wanneer innerlijke rust en helder inzicht verder ontwikkeld worden, leiden zij tot het [met begrip] doorgronden van  vele elementen: <198>

19. “Vacchagotta, voor zover je zou willen: — ‘Mag ik de verschillende soorten magische krachten uitoefenen; Mag ik [mezelf] vermenigvuldigen van één naar velen, en weer terugkomen tot één. Mag ik [ergens] verschijnen en weer verdwijnen. Mag ik ongehinderd door een omheining, een muur of een berg gaan, alsof het lucht is. Mag ik in de aarde duiken en er weer uit opkomen, alsof het water is. Mag ik op water lopen zonder naar beneden te zinken, alsof het aarde is. Mag ik, zittend met mijn benen overelkaar, door de lucht vliegen als een vogel. Mag ik de zon en de maan, van grote macht en kracht, met mijn handen aanraken en bevoelen. Mag ik tot in de [hemel van de] Brahma–wereld meesterschap over mijn lichaam uitoefenen.’ — In díe mate zul je [in overeenstemming met je wensen] over het vermogen beschikken om hier in welk opzicht dan ook getuige van te zijn, daar er een goede basis voor is.”

20. “En, Vacchagotta, voor zover je zou willen: — ‘Mag ik met het element van het Hemels Oor, wat zuiver en bovenmenselijk is, zowel hemelse als menselijke geluiden horen, van ver weg en van dichtbij.’ — In díe mate zul je [in overeenstemming met je wensen] over het vermogen beschikken om hier in welk opzicht dan ook getuige van te zijn, daar er een goede basis voor is.”

21. “En, Vacchagotta, voor zover je zou willen: — ‘Mag ik met mijn geest de geest van andere wezens en andere personen kunnen waarnemen en begrijpen; Mag ik een geest met verlangen waarnemen als verlangend, en een geest zonder verlangen als niet verlangend. Mag ik een kwade geest waarnemen als kwaad, en een geest zonder kwaad als zonder kwaad. Mag ik een geest onder invloed van waanideeën waarnemen als onder invloed van waanideeën, en een geest niet onder invloed van waanideeën als niet onder invloed van waanideeën. Mag ik een beperkte geest waarnemen als beperkt en een verstrooide geest als verstrooid. Mag ik een verheven geest waarnemen als verheven en een inferieure geest als inferieur. Mag ik een overtroffen geest waarnemen als overtroffen en een onovertroffen geest als onovertroffen. Mag ik een geconcentreerde geest waarnemen als geconcentreerd en een ongeconcentreerde geest als ongeconcentreerd. Mag ik een bevrijde geest waarnemen als bevrijd en een onbevrijde geest als onbevrijd.’ — In díe mate zul je [in overeenstemming met je wensen] over het vermogen beschikken om hier in welk opzicht dan ook getuige van te zijn, daar er een goede basis voor is.”

22. “En, Vacchagotta, voor zover je zou willen: — ‘Mag ik me mijn vele vorige levens herinneren, en wel op de volgende manier: één leven, twee levens, drie levens, vier levens, vijf levens, tien levens, twintig levens, dertig levens, veertig levens, vijftig levens, honderd levens, duizend levens, honderdduizend levens, vele wereldperioden van inkrimping, vele wereldperioden van expansie, vele wereldperioden van inkrimping en expansie: “Ik was toen in díe plaats, en daar had ik díe naam, was lid van díe familie, en had díe sociale status. Ik at er dit soort eten, beleefde déze vormen van geluk en pijn, en werd zó oud. En nadat ik daarvandaan wegviel, werd ik dáar geboren. En daar had ik díe naam, was lid van díe familie, en had er díe sociale status. Ik at er dit soort eten, beleefde déze vormen van geluk en pijn, en werd zó oud. En nadat ik daarvandaan wegviel, werd ik hier wedergeboren.” Mag ik me aldus de bijzonderheden en details van vele vorige levens herinneren.’ — In díe mate zul je [in overeenstemming met je wensen] over het vermogen beschikken om hier in welk opzicht dan ook getuige van te zijn, daar er een goede basis voor is.”

23. “En, Vacchagotta, voor zover je zou willen: — ‘Mag ik met het Hemels Oog, wat bovenmenselijk en helderziend is, waarnemen hoe wezens doodgaan en wedergeboren worden. Betreffende minderwaardige en superieure wezens, mooie en lelijke wezens, en gelukkige en ongelukkige wezens, mag ik waarnemen hoe deze wezens naar gelang hun daden verder gaan: “Deze waardige wezens waren voorzien van slecht lichamelijk gedrag, slecht verbaal gedrag en slecht mentaal gedrag. Ze bekritiseerden de heiligen en hielden verkeerde visies, en deze verkeerde visies kwamen tot uiting in hun handelen. Met de ondergang van het lichaam, na de dood, zijn zij onder ellendige en bedroevende omstandigheden in de onderwereld — een hel — wedergeboren. Maar déze waardige wezens waren voorzien van goed lichamelijk gedrag, goed taalgebruik en goed mentaal gedrag. Ze bekritiseerden de heiligen niet en hielden correctie visies, en deze correcte visies kwamen tot uiting in hun handelen. Met de ondergang van het lichaam, na de dood, zijn zij in een gelukkige, hemelse wereld wedergeboren.” Mag ik aldus met het Hemels Oog, wat bovenmenselijk en helderziend is, waarnemen hoe deze wezens doodgaan en wedergeboren worden, en hoe zij naar gelang hun daden verder gaan.’ — In díe mate zul je [in overeenstemming met je wensen] over het vermogen beschikken om hier in welk opzicht dan ook getuige van te zijn, daar er een goede basis voor is.”

24. “En, Vacchagotta, voor zover je zou willen: — ‘Mogen in mij de corrupties vernietigd zijn; mag ik zonder corrupties leven, met de ‘Vrijheid van het Hart’ en de ‘Bevrijding door Wijsheid’ behaald, doordat ik de Dhamma zelf gezien, volledig begrepen en verwezenlijkt heb.”’ — In díe mate zul je [in overeenstemming met je wensen] over het vermogen beschikken om hier in welk opzicht dan ook getuige van te zijn, daar er een goede basis voor is.” <199>

25. En de Eerwaarde Vacchagotta, tevreden en verheugd met de woorden van de Gezegende, stond op van zijn zetel, betoonde eerbied aan de Gezegende, draaide rechts om en vertrok.

Vacchagotta wordt een Arahant

26. En niet lang daarna bereikte de Eerwaarde Vacchagotta, alert, vol ijver en vastberaden, en alleen en in afzondering levend, het onovertroffen doel waarvoor zonen van goede families terecht het huiselijk leven verlaten en wegtrekken in thuisloosheid. Hij bereikte de perfectie van het religieuze leven en zag de Dhamma, en hij begreep en verwezenlijkte haar volledig. Hij besefte: “Geboorte is ten einde, het religieuze leven is geleefd, wat gedaan moest worden is gedaan, er is geen verdere toestand van bestaan.” En de Eerwaarde Vacchagotta werd een van de Arahants. <200>

Vacchagotta stuurt een boodschap naar de Boeddha

27. En toen waren er veel monniken die de Gezegende gingen bezoeken om hem te zien. De Eerwaarde Vacchagotta zag die monniken van verre aankomen, ging naar hen toe en zei tegen hen:

“Hallo! Waar gaan de eerwaarden naar toe?”

“Vriend, wij gaan de Gezegende bezoeken om hem te zien.”

“Kunnen de eerwaarden dan in mijn naam de Gezegende eerbied betuigen door te buigen met het hoofd voor de voeten van de Gezegende, en hem het volgende te zeggen: ‘Vacchagotta, Geachte Eerwaarde, betuigd de Gezegende eerbied door zijn hoofd neer te buigen voor de voeten van de Gezegende, en zegt het volgende: “De Gezegende is door mij eer aangedaan; De Succesvolle is door mij eer aangedaan.”’

“Goed, vriend,” beloofden de monniken.

En toen bezochten die monniken de Gezegende. Nadat ze aangekomen waren en de Gezegende eerbied betuigd hadden, gingen ze terzijde zitten. Zo gezeten zeiden deze monniken he volgende tegen de Gezegende: “Geachte Eerwaarde, Vacchagotta betuigd de Gezegende eerbied door zijn hoofd neer te buigen voor de voeten van de Gezegende, en zegt het volgende: ‘De Gezegende is door mij eer aangedaan; De Succesvolle is door mij eer aangedaan.’”

28. “Monniken, doordat ik met mijn geest de geest van de monnik Vacchagotta reeds waargenomen en begrepen heb, wist ik al dat Vacchagotta over de Drievoudige Kennis beschikt, en dat hij van grote magische kracht en van grote macht is. En ook de goden hebben mij dit verteld: ‘Geachte Eerwaarde, de monnik Vacchagotta heeft de Drievoudige Kennis en is van grote magische kracht en van grote macht.’”

 

Zo sprak de Gezegende. En de monniken waren tevreden en verheugd met de woorden van de Gezegende.



vertaald door Dhammajoti - © 2008     |     Installeer het Gentium font